Tuinboon
Omschrijving
Tuinbonen zijn een populaire peulvrucht die gekweekt wordt in moestuinen vanwege hun heerlijke smaak en voedingswaarde. Ze hebben grote, platte bonen in heldere groene peulen. Tuinbonen gedijen goed in zonnige locaties met goed doorlatende grond en vereisen regelmatig water geven.
Eigenschappen van tuinboon
Water |
|
---|---|
Licht |
|
Standplaats | moestuin |
Zaaidiepte | 2 - 3 cm |
Kiemtijd | 7 - 14 dagen |
Kiemtemperatuur | > 5 |
Dagen tot oogst | ~ 112 dagen |
Hoogte | 50 - 100 cm |
Wetenschappelijke naam | Vicia fabia |
Tuinboon kalender
Tuinboon kweken
Standplaats
De tuinboon (Vicia faba) gedijt het beste op een zonnige plek met goed doorlatende, voedzame grond.
Tuinboon binnen zaaien
Je kunt de tuinboon binnenshuis zaaien in potjes of trays, ongeveer 4-6 weken voordat de laatste vorst voorbij is. Zorg voor voldoende licht en een temperatuur van ongeveer 15-20°C.
Tuinboon uitplanten
Als de zaailingen zo'n 10-15 cm groot zijn en er geen vorstgevaar meer is, kunnen ze buiten worden uitgeplant op een afstand van ongeveer 20-25 cm tussen elke plant.
Tuinboon buiten zaaien
Direct buiten zaaien kan vanaf maart tot mei, zodra de grond goed is opgewarmd in het voorjaar. Zaai de zaden op een diepte van 3-5 cm en houd een afstand van ongeveer 20-30 cm tussen de rijen.
Tuinboon water geven en voeding
Houd de grond gelijkmatig vochtig, vooral tijdens droge periodes. Geef de tuinbonen regelmatig een evenwichtige meststof om de groei te bevorderen.
Combinatieteelt
Tuinbonen gaan goed samen met gewassen zoals wortelen, sla, en aardappelen. De stikstofbindende eigenschap van tuinbonen is gunstig voor naburige planten.
Tuinboon in potten
Je kunt tuinbonen ook in grote potten of containers kweken, zolang ze minstens 30 cm diep zijn en voldoende ruimte bieden voor de wortels om te groeien.
Schadelijke dieren
Let op slakken, zwarte bonenluizen en zwarte bonenkevers, want die kunnen schadelijk zijn voor de tuinboon. Neem indien nodig biologische bestrijdingsmaatregelen.
Tuinboon oogsten
De tuinbonen kunnen worden geoogst zodra de peulen volgroeid zijn, maar nog niet helemaal rijp. Pluk ze voorzichtig om de plant niet te beschadigen.
Tuinboon klaarmaken
Verwijder de buitenste peul van de tuinboon en je krijgt de smakelijke groene bonen die je kunt koken, stomen of verwerken in diverse gerechten.
Standplaats
De tuinboon (Vicia faba) gedijt het beste op een zonnige plek met goed doorlatende, voedzame grond.
Tuinboon binnen zaaien
Je kunt de tuinboon binnenshuis zaaien in potjes of trays, ongeveer 4-6 weken voordat de laatste vorst voorbij is. Zorg voor voldoende licht en een temperatuur van ongeveer 15-20°C.
Tuinboon uitplanten
Als de zaailingen zo'n 10-15 cm groot zijn en er geen vorstgevaar meer is, kunnen ze buiten worden uitgeplant op een afstand van ongeveer 20-25 cm tussen elke plant.
Tuinboon buiten zaaien
Direct buiten zaaien kan vanaf maart tot mei, zodra de grond goed is opgewarmd in het voorjaar. Zaai de zaden op een diepte van 3-5 cm en houd een afstand van ongeveer 20-30 cm tussen de rijen.
Tuinboon water geven en voeding
Houd de grond gelijkmatig vochtig, vooral tijdens droge periodes. Geef de tuinbonen regelmatig een evenwichtige meststof om de groei te bevorderen.
Combinatieteelt
Tuinbonen gaan goed samen met gewassen zoals wortelen, sla, en aardappelen. De stikstofbindende eigenschap van tuinbonen is gunstig voor naburige planten.
Tuinboon in potten
Je kunt tuinbonen ook in grote potten of containers kweken, zolang ze minstens 30 cm diep zijn en voldoende ruimte bieden voor de wortels om te groeien.
Schadelijke dieren
Let op slakken, zwarte bonenluizen en zwarte bonenkevers, want die kunnen schadelijk zijn voor de tuinboon. Neem indien nodig biologische bestrijdingsmaatregelen.
Tuinboon oogsten
De tuinbonen kunnen worden geoogst zodra de peulen volgroeid zijn, maar nog niet helemaal rijp. Pluk ze voorzichtig om de plant niet te beschadigen.
Tuinboon klaarmaken
Verwijder de buitenste peul van de tuinboon en je krijgt de smakelijke groene bonen die je kunt koken, stomen of verwerken in diverse gerechten.